Waarom zijn de dingen zoals ze zijn? Waarom gaan de zaken zoals ze gaan? Waarom gebeurt er wat er gebeurt? Dit zijn vragen die we ons telkenmale in ons leven afvragen. Er is een woord dat een antwoord geeft op deze vragen en dat woord drukt meteen de essentie van de leer van de historische Boeddha uit. Zoals de Boeddha’s vaste assistent en leerling Ananda uitriep tegen zijn leraar: ‘Wonderbaarlijk, eerbiedwaardige, fantastisch, eerbiedwaardige, dat door middel van één woord de totale betekenis (van de leer) wordt uitgedrukt!’ (Samyutta Nikaya 2.36) En in de woorden van de Boeddha zelf: ‘Wie pratityasamutpada ziet, ziet de dharma (de leer, maar ook de werkelijkheid).’ (Majjhima Nikaya 1.191)
Het Sanskriet woord pratityasamutpada betekent letterlijk ‘oorzaak en gevolg’, dus kortweg ‘oorzakelijkheid’. Dit woord drukt inderdaad het meest wezenlijke onderricht van de Boeddha Shakyamuni uit, belangrijker en authentieker nog dan bijvoorbeeld de Leer van de Vier Edele Waarheden of de Vier vormen van oplettendheid. In de woorden van de Pali Canon, die rechtstreeks teruggaan op Gautama Siddhartha:
imasmim sati idam hoti
imassa uppada idam uppajjati
imasmim asati idam na hoti
imassa nirodha idam nirhujjhati
‘Wanneer dàt er is, verschijnt dit (concrete);
bij het optreden van dàt, treedt dit op.
Wanneer dat er niet is, verschijnt dit niet;
bij de vernietiging van dat, houdt dit op.’
Majjhima Nikaya 1.262
Oorzakelijkheid wordt traditioneel gedefinieerd aldus: alles wat is en alles wat zich voordoet, is opgetreden in afhankelijkheid van condities. Dit betekent dat niets zomaar toeval is. Geen gebeurtenis is toevallig. Geen zaak is er ‘zomaar’. Maar niets is ook voorbestemd. Geen gebeurtenis is gepredestineerd. Geen zaak ligt vast. Wat zich in mijn leven voordoet, is opgetreden in afhankelijkheid van meerdere condities. Die condities produceren tezamen de gebeurtenis die zich in mijn leven aandient als in een kille wet uit de mechanica. Maar wat ze produceren, hoe plezierig of heftig dat ook is, is niet hard en onvermurwbaar gegeven. Als een van de condities verandert, verandert of verdwijnt dat wat zich in mijn leven aandient. Alles wat is, elke gebeurtenis, is derhalve door en door tijdelijk (feitelijk heeft het geen duur, Sanskriet: anitya) en is niet substantieel (sunyata, openheid). En toch klopt het precies dat dit zich nu in mijn leven voordoet, opgetreden in afhankelijkheid van condities. Al voel ik me niet OK onder de huidige omstandigheden, het is OK, het is goed zoals het is.
We kunnen stellen dat alles karma is. Karma is de invloed van zowel mijn eigen denken, handelen en spreken, als dat van anderen. Karma betekent dat wat ik ook doe, denk of zeg, dat dat belangrijk is, want het conditioneert samen met andere invloeden de situatie waarin mijn leven zich bevindt. In hoeverre heb ik invloed op mijn situaties? In het beantwoorden van deze vraag, zal ik me eerst en bovenal moeten realiseren dat wat ik ‘ik’, ‘zelf’ of ‘mijn leven’ noem, niets anders is dan een weefsel van invloeden van denken, doen en spreken, zonder enige substantie, dus zonder een ‘ik’ of een ‘zelf’, volstrekt open…
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.