Waarom zou je spreken over iets waarover je niets kunt zeggen? Waarom zou je zoiets onzinnigs doen? Omdat het je zicht zou kunnen geven op wat onzegbaar is en inzicht in het onuitsprekelijke.
Het spirituele pad is een eenzame, eigenaardige weg. Spirituele beoefening is een kwetsbaar goed, omdat je er niets mee kunt, je er niet beter van wordt en je het niet kunt gebruiken om af te komen van wat je dwars zit. Ze is een tergend traag proces, dat je verwondering over dit leven vergroot en het mysterie ervan verdiept. Het geeft je stapje voor stapje helderder zicht op iets wat je niet begrijpt en dat het meest wezenlijke is van je bestaan.
Wat je niet kunt zeggen en wat je op de meest intieme wijze, aan den lijve ervaart, licht op in je bewustzijn, omdat het onmogelijke op de best mogelijke wijze wordt gedaan: het onzegbare realiseert zich en drukt zich onmiddellijk in woorden uit. Natuurlijk is de wijzende vinger niet de maan, maar er schittert iets in het bewustzijn, er wordt iets heel essentieels herkent en in herinnering gebracht. Dit herinneren is de kern van ons spirituele pad. Hiermee begint langzaam, met twee stappen vooruit en een stap achteruit, het groeien van een grondeloos vertrouwen.
Wat hebben we nodig in dit proces van ons herinneren en vertrouwen? De treffende uitdrukking van het onzegbare in een ‘keerwoord’, een leraar, een leerling, het voorleven, inzicht, beoefening, handelen en de integratie van het onzegbare in ons dagelijkse bestaan. We laten ons in onze reflectie op al deze voorwaarden van het spirituele pad inspireren door een tekst uit de religieuze overlevering die als geen andere het onzegbare uitrukt, Het Juwelenschip uit de veertiende eeuw, van de Tibetaanse Nyingma Meester Longchenpa (1308 – 1363, in het Nederlands vertaald en uitgegeven door Uitgeverij Juwelenschip in 2007). Deze tekst is ons tot leidraad in de negen bijeenkomsten van de Zen Cirkel Utrecht, die begint op maandag 26 september 2016.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.