Terug naar de kern: een kijkje in de Zen Cirkel van voorjaar 2025

Vlak voordat mijn leraar Genpo Roshi Shiho (Dharma transmissie) ontving van zijn leraar Maezumi Roshi, sprak Maezumi tot hem: ‘Vergeet nooit de kern van de zaak!’ Genpo vroeg daarop: ‘Maar, eh, Roshi… Wat is de kern van de zaak ook weer?’

Eerste realisatie. Mijn eindigheid is mijn eigenheid.


“Toen hij dat (het overlijden van de man die ze zagen) van de wagenmenner hoorde, beefde hij hevig en vroeg: ‘Is dit alleen het lot van deze man of is zo het einde van alle wezens?’ De wagenmenner antwoordde: ‘Dit is het eind voor alle wezens, de stellige ondergang voor de geringe, de middelmatige en de grote, voor iedereen ter wereld.’ – ‘Dit einde staat dus vast voor de wezens en achteloos laat de wereld alle vrees varen! Mij dunkt, het gemoed der mensen moet wel hard zijn, dat zij zo zeker huns weegs gaan. Laat de wagen keren, wagenmenner. Het is nu de tijd niet om naar het park te gaan. Hoe kan iemand, die bij zinnen is en weet dat de ondergang hem te wachten staat, bij zulk een zorg nog achteloos zijn!’” Asvaghosa, Buddhacarita, derde zang, ‘Het opkomen van verontrusting’ .

Heidegger: De vraag naar wie ik ben kan pas worden gesteld als het Niets (de totale vernieting, MIJN eindigheid) de mens op een of andere wijze openbaar wordt. Hij kan deze alleen in ‘vereinzelung’ stellen: wanneer hij enkel en alleen op zichzelf is aangewezen, juist omdat het om zijn eigen bestaan gaat. Mijn besluit tot leven doet zich pas voor als ik klaarwakker zie hoe ik in de wereld sta, oog in oog met de doodsangst die opkomt wanneer ik de realisatie verwerk dat IK het ben wie mijn dood te wachten staat. Martin Heidegger, Sein und Zeit (1927).

Wat heb ik te doen? Wat is mijn eigen, unieke weg? Welke stap heb ik nu te zetten?

Tweede realisatie. DIT, mijn concrete bestaan, hier en nu, IS HET!

“Een monnik vroeg Zhaozhou Congshen (778 – 897), een Chinese Zen meester, ‘Heeft een hond Boeddhanatuur of niet?’ Zhaozhou antwoordde, ‘Wú’ ” De Poortloze Poort, Kwestie 1.

Wat is dit?

Dit, mijn concrete bestaan, is alles wat er is. Alles. En alles komt hier samen. Alles. Niets van wat zich aandient vindt plaats buiten mijn aanwezigheid op dit moment. Alles verschijnt in het licht van mijn aanwezigheid. En het ego meent in zijn onwetendheid (avidya) dat het allemaal om hemzelf draait!

“De een-en-vijftigste Patriarch was Priester Eihei Dogen. Hij studeerde bij Meester Tiantong Rujing. Op een dag, tijdens de late avond zazen, sprak Rujing tot de monniken: ‘De beoefening van Zen is het wegvallen van lichaam en geest.’ Toen de Meester dit hoorde, was hij plotseling volledig ontwaakt. Hij ging direct naar de kamer van de abt en offerde wierook. Rujing vroeg hem: ‘Waarom offer je wierook?’ De Meester antwoordde: ‘Lichaam en geest zijn weggevallen.’ Rujing sprak: ‘Lichaam en geest zijn weggevallen, weggevallen lichaam en geest.’ De Meester sprak: ‘Dit is slechts tijdelijk, u moet me niet zonder reden bekrachtigen.’ Rujing antwoordde: ‘Ik bekrachtig je niet zonder reden.’ De Meester vroeg: ‘Waarom bekrachtigt u me niet zonder reden?’ Rujing sprak: ‘Lichaam en geest zijn weggevallen.’ De Meester boog. Rujing sprak: ‘Zelfs wegvallen is weggevallen.’ Daarop zei Rujings jisha (zijn vaste assistent) Huangping uit Fuzhou ‘Het is geen kleinigheid voor een buitenlander om deze staat te ervaren.’ Rujing sprak: ‘Hoeveel studenten hebben dit gezien? Bevrijd, mild en vredig, en de donder brult.’” Denkoroku, kwestie 52.

Derde realisatie. Iets beweegt me (en ik ben het niet).

“Hamm: ‘Vannacht heb ik in mijn borst gekeken. Er zat een grote wond in.’
Clov: ‘Je hebt je hart gezien.’
Hamm: ‘Het leefde.’ (Angstig) ‘Clov!’
Clov: ‘Ja.’
Hamm: ‘Wat gebeurt er?’
Clov: ‘Iets gaat zijn gang.’ ” Samuel Beckett (1906 – 1989), Endgame.

Wat hoort? Wat hoort door mijn oren?

“O, volgelingen van de Dao! De Ene die nu vlak voor je staat, in schittering en eenzaamheid en die in volle aanwezigheid luistert naar dit spreken over jouw bestaan, deze mens (jen) draalt nergens, waar hij zich ook bevindt; hij gaat door de tien kwartieren, hij is in de drievoudige wereld zijn eigen meester. Hij gaat binnen in alle toestanden, onderscheidt alles, hij kan niet worden verdreven van wat hij is.” Zen Meester Linji

Wat ziet? Wat ziet door mijn ogen?

“Het lichaam van een ieder herbergt een juweel van onschatbare waarde. Het straalt uit je ogen en gaat dwars door bergen, rivieren en de aarde heen. Het straalt uit je oren en neemt alle geluiden, goed en slecht, in zich op. Het straalt dag en nacht uit je zes zintuigen. Dit wordt ook wel ‘opgaan in het licht’ genoemd. Zelf herken je het niet, maar het bevindt zich in je lichaam en schraagt het in- en uitwendig en zorgt ervoor dat het niet overhelt naar de ene of de andere kant. Zelfs al draag je een dubbele lading keien over een brug die bestaat uit een enkele boomstam, dan zorgt het er nog voor dat je je evenwicht niet verliest. Wat is dit? Wanneer je er in het minste of geringste naar zoekt, blijft het verborgen.” Zen Meester Ta-Aan

Wat denkt mijn gedachten? Wat beweegt me? Als ik opsta van mijn kussen, wat staat dan in mij op?

En kan ik me hieraan toevertrouwen? Kan ik mezelf hieraan overgeven? Kan ik mezelf loslaten en me laten bewegen, ‘op en neer, en van de ene kant naar de andere?’ (Samuel Beckett, Krapps Last Tape.)

Vierde realisatie. Totale verwondering. Niet-weten. Groot Mysterie!

“Daarom Sariputra, in openheid is geen vorm, geen gevoel, geen gedachten en onderscheiden waarneming, geen diep ingesleten patronen en geen gewaarzijn; geen oog, oor, neus, tong, lichaam en denkorgaan; geen zichtbare vorm, klank, geur, smaak, aanrakingspunten en gedachte-objecten; geen veld van het vermogen tot zien, enzovoort tot geen veld van geestelijke activiteit.” Mahaprajnaparamita Hart Soetra

Wat hoor ik als ik luister? Wat zie ik als ik kijk? Wat voel ik als ik tast?

“De monnik Yin Zong gaf onderricht over de boeddhistische soetra’s. Op een dag stak tijdens zijn onderricht een stevige wind op. Hij zag een vlag wapperen in de wind en vroeg zijn toehoorders: ‘Beweegt de wind of beweegt de vlag?’ Iemand antwoordde: ‘De wind beweegt.’ Iemand anders antwoordde: ‘De vlag beweegt.’ De twee personen hielden stevig vast aan hun antwoord en vroegen Yin Zong wie er gelijk had. Maar Yin Zong zag geen mogelijkheid om te beslissen en hij vroeg Huineng, die in de buurt was, om het probleem op te lossen. Huineng zei: ‘Het is noch de wind, noch de vlag die beweegt.’ Yin Zong vroeg: ‘Maar wat beweegt er dan?’ Huineng antwoordde: ‘Jouw bewustzijn (Chin. xin) beweegt.’” Zesde Patriarch Huineng, Platform Klassieken.

Wat zie ik echt? Wat hoor ik echt?

“Meester Deshan hief zijn massieven houten stok en sprak tot zijn monniken: ‘Als je dit een stok noemt, krijg je dertig stokslagen. Als je dit geen stok noemt, krijg je ook dertig stokslagen. Hoe noem je dit? Spreek! Spreek!’” Zen Koan

Wat voel ik echt?

En als je voor de woorden blijft en voor de reflectie van je bewustzijn, wat zie je dan? Wat hoor je dan? Wat voel je dan?

“Als we het domein van de objecten eerlijk onderzoeken, moeten we wel toegeven dat dit domein helemaal is opgebouwd uit informatie die we hebben verkregen via onze zintuigen. We doen net alsof deze informatie toegankelijk is van ons zintuigelijk waarnemingsapparaat, maar eigenlijk kennen we slechts geziene beelden, gehoorde klanken, tastimpressies, geroken geuren en geproefde smaken. Over de eigenlijke zintuigelijke gewaarwordingen heen projecteren we de voorstelling van een object. (…) Op het moment dat je zogenaamd ‘ergens naar kijkt’ is er niets, is er alleen ‘het kijken’. Pas achteraf zeg je bijvoorbeeld: ‘Ik heb een vogel gezien’. Het is evenwel onmogelijk om gelijktijdig een vogel te zien en te weten dat je een vogel ziet. Dus tijdens luisteren, zien en ruiken ben je een met de waarneming en zijn er geen subject en object. Wanneer we muziek als voorbeeld nemen, kunnen we zeggen dat er geen dualiteit bestaat van speler en iets dat gespeeld wordt, van luisteraar en iets dat wordt beluisterd. Er is alleen muziek maken en luisteren. Analoog is er ook geen minnaar en geen geliefde; er is slechts liefde. Dit moet je zien.” Gesprekken met Jean Klein, Advaita Vedanta.

Vijfde realisatie. Het gehele lichaam luistert, het gehele lijf kijkt.

“De wijze leeft vanuit de buik.” Lauzi, Dao De Jing

Hoe ga je terug naar je buik, de hara, de tanden en ervaar je met elke porie van je lijf? Hoe zak je in je bekken en rust? Wat is bamboe-ademhaling? Hoe zit je zonder te zitten (shikan-taza)?

“Omdat alles de werkelijkheid is van mijn aanwezigheid, is er illusie en realisatie, beoefening, geboorte en dood en zijn er Ontwaakten en levende wezens.
Omdat alles onbepaald is, is er geen illusie, geen realisatie, geen Ontwaakte, geen levend wezen, geen geboorte en geen dood.
De weg van ontwaakte aanwezigheid is, fundamenteel, voorbijgaan aan het vele en het ene; dus is er geboorte en dood, illusie en realisatie en zijn er levende wezens en Ontwaakten.
En toch, in gehechtheid vallen de bloesems en in afkeer verspreidt zich het onkruid.” Dogen Zenji, Genjo Koan.

Zak met je vraag op je uitademing van je hoofd diep in je onderbuik. Wat is dit? Wat is dit? Laat elk antwoord voor wat het is, dit is geen zicht. Dus weer terug naar je vraag, op je uitademing, zakkend in je onderbuik. Op een gegeven moment, geheel buiten jezelf om, zie je!

“Met lege handen ga ik en toch dragen zij de spade
en lopend rijd ik op de rug van een os.
Ga ik de brug over, kijk, dan stroomt niet het water,
dan stroomt de brug.” Zen Gatha.

Je weet met je buik of het klopt: is dit de juiste tijd, op de juiste plaats, vanuit de juiste positie, met deze hoeveelheid, dat ik dit doe? Klopt dat? Blijf dan. Klopt dat niet? Ga verder met wat is onder je voet.

Zesde realisatie. Concrete bevrijding. De enige vrijheid die er is.

“Steeds wanneer Meester Baizhang zijn monniken onderrichtte, woonde een oude man zijn teisho bij. Op een dag sprak de meester hem aan: “Wie bent u?” De grijsaard zei: ‘Ooit was ik hier zelf de Zen Meester. In die hoedanigheid stelde een monnik mij de vraag: ‘Is de volledig ontwaakte onderhevig aan oorzaak en gevolg of niet?’ ‘De volledig ontwaakte is niet onderhevig aan oorzaak en gevolg’, antwoordde ik. Sindsdien word ik steeds als vos wedergeboren, nu al vijfhonderd keer. Alstublieft Meester, kunt iets zeggen dat mij van dit vossenleven bevrijdt?’ Baizhang zei: ‘Stel jij de vraag aan mij.’ En de man vroeg aan Meester Baizhang: ‘Is de volledig ontwaakte onderhevig aan oorzaak en gevolg of niet?’ En Meester Baizhang antwoordde: ‘De volledig ontwaakte wordt niet gehinderd door oorzaak en gevolg.” Hierop kwam de oude man tot volkomen ontwaken en hoefde nooit meer als vos te worden wedergeboren.” Mumonkan, kwestie 2.

Ik neem me voor mijn diepste sporen in het licht te laten treden. En dan?

Hoe bevrijd ik me van mijn diepste patronen? Wat is mijn vrijheid concreet?

Mijn diep ingesleten patronen toe-eigenen: DIT is MIJN angst, jaloezie, minderwaardigheid, cynisme, narcisme, depressie – DIT BEN IK!

Mijn diep ingesleten patronen aannemen en belichamen: ik ga langs de wachter, ik kijk hem diep in het gezicht, ik ruik hem, ik voel hem, ik BEN hem, om zo stap voor stap vertrouwd te raken met mijn diep ingesleten sporen.

“En dit is de derde stap op mijn weg, afdalende van de ijle bergtop, die zonder emoties of patronen is en zelfs zonder karma, de invloed van mijn handelen, denken en spreken. Gaande mijn weg naar beneden leer ik mijn emoties en patronen waarderen, ik leer ze intiem en aan den lijve kennen, ze worden me meer vertrouwd, zodat ik met humor naar mezelf kan kijken. De emoties en patronen hebben altijd een waardevolle functie gehad en nu geef ik ze de ruimte om ongehinderd te functioneren in situaties waarin ze optreden in afhankelijkheid van de gegeven condities. In een bedreigende situatie ben ik bang en de angst helpt me precies het juiste te doen in de situatie waarin ik me bevind. Als het donker wordt, helpt de duisternis me zaken te herijken en terug te keren naar de plek in de natuurlijke orde die me is gegeven. Ik begin mezelf meer aan te nemen zoals ik ben en kan daardoor vrijer mezelf zijn en op mijn unieke wijze functioneren en aan situaties beantwoorden. Aldus incarneert het vrij functionerende Eeuwige in mijn tijdelijke, weerspannige vlees.” Maurice Knegtel, Het afdalen van de berg, p. 130 – 131.

“We moeten onze aandacht gericht houden op de wond, omdat juist DAAR het licht binnenkomt.” Rumi.

“De zin van al wat bestaat, is de pijn van de wond die niet overgaat.” Wibe Veenbaas.

Vanuit jouw wond ga je de ander voor. Je leeft jouw wond voor voor de ander. Dit is bevrijdend zowel voor jou als voor de ander.

Zevende realisatie. Alles is gereedschap voor de Ene.

“O, volgelingen van de Dao! Jouw aanwezigheid (xin) is vormloos en doordringt de tien kwartieren. Met de ogen is ze ziende, met de oren is ze horende, met de neus ruikt ze geuren, met de mond spreekt ze, met de handen grijpt ze, met de benen loopt ze rond.

O, volgelingen van de Dao! Jij die nu luistert naar dit spreken over jouw bestaan, jij bent niet de vier elementen die je lichaam vormen. Jij bent dat wat van de vier elementen gebruik maakt. Wanneer je in staat bent deze waarheid te zien, ben je vrij in je komen en gaan. Voor zover ik kan zien, is er niets wat ik zou willen verwerpen.”
Zen Meester Linji.

Hoe ben ik een instrument voor de wereld? Met wat dien ik het best?

Elke emotie, elke zintuigelijke ervaring, elk diep ingesleten patroon, elke intuitie, het ego, is gereedschap van de Ene die me bewoont. Hoe meer ik me aan mijn gereedschap toevertrouw en het vrij kan gebruiken, hoe meer de Ene incarneert in mijn lijf en mij bedient.

Dus, samenvallen met mijn woede, mijn angst, mijn verdriet, mijn depressie en de emotie volledig belichamen, doorvoelen, proeven, doorleven, me eraan toevertrouwen – aldus laat ik de emotie door mijn handen gaan en leer ik haar gebruiken als de situatie daarom vraagt.

Achtste realisatie. Er is helemaal niets te doen. Alles IS meditatie. Satori.

“Op een dag zat Yaoshan ergens te zitten en Meester Shitou vroeg hem: ‘Wat ben je aan het doen?’ Yaoshan antwoordde: ‘Ik doe helemaal niets.’ Shitou vroeg: ‘Je zit dus maar een beetje te relaxen?’ Yaoshan antwoordde: ‘Als ik aan het relaxen zou zijn, zou ik nog steeds iets doen.’ Meester Shitou zei: ‘Je zegt dus dat je niet iets aan het doen bent. Wat is het dan, wat je niet doet?’ Yaoshan antwoordde: ‘Zelfs duizend wijzen weten het niet.’” Uit de analen van Meester Shitou.

Maurice vraagt aan Maezumi Roshi te ZCLA: ‘Hoe integreer ik wat we hier in het klooster doen in mijn dagelijkse leven in Amsterdam?’ Maezumi Roshi antwoordt Maurice: ‘Jij maakt het onderscheid!’

“Aryasimha vroeg aan Haklenayashas: ‘Ik wil de Weg gaan. Waarover moet ik me zorgen maken?’ De Patriarch zei: ‘Als je de Weg gaat, is er niets om je zorgen over te maken.’ Aryasimha zei: ‘Als ik me nergens zorgen over maak, wie voert dan de Boeddha’s activiteiten uit?’ De Patriarch zei: ‘Als je iets onderneemt, zijn er geen vruchten. Als je niets doet, dan is dat de Boeddha’s activiteit. Een geschrift stelt: “De vruchten die ik heb verkregen zijn niet de mijne.”‘ Toen Aryasimha dit hoorde, ontving hij de wijsheid van de Boeddha’s.” Denkoroku, kwestie 25.

Toen ik in 2005 in het Zen Centrum Amsterdam na de zomervakantie aan mijn maandagavondcursus wilde beginnen, was ik tot mijn stomme verbazing mijn vraag kwijt. Hoe integreer ik zen in mijn dagelijkse leven precies zoals ik dat leidt? Dat was mijn leidende kwestie vanaf mei 1991! Maar… Het IS geintegreerd! Mijn dagelijkse leven IS zazen. Alles wat ik doe IS meditatie!

Negende realisatie. Een leven in liefde en overvloed. Na u!

Mijn Sanskriet leraar in Varanasi, India, de pandit Pran Paul, gaf de volgende definitie aan karuna, ‘mededogen’: “Karuna betreft een zelf, vervuld van al het andere leven, tot overlopen aan toe. En het overlopen, dat is het handelen in karuna.”

“‘De bodhisattva komt noch gaat, beweegt noch verwijlt, wordt geboren noch sterft, komt voort noch verdwijnt, verlangt noch hecht, doet noch oogst, ontstaat noch vergaat, is eeuwig noch eindig.’ Dit de bodhi-kant, de open ruimte, daar kom je vandaan. En dan: ‘En toch,’ – in de tekst staat ‘en toch’, hier komt de paradox, nu volgt de geboorte van de bodhisattva, en toch – ‘o zoon van goede familie, het is op deze wijze dat de bodhisattva komt: hij komt waar een alles omvattende liefde is, omdat hij ernaar verlangt alle levende wezens te disciplineren; hij komt waar een groot compassievol hart is, omdat hij alle levende wezens in hun lijden wil bijstaan; hij komt waar de tien voorschriften worden uitgeoefend, omdat hij ernaar verlangt geboren te worden waar hij iemand van dienst kan zijn; hij komt waar grote geloftes worden vervuld, vanwege de kracht van de oorspronkelijke gelofte.’ Hier heb je het fenomeen van overlopen, van de schreeuw van de ander horen, dienstbaar zijn, instrument zijn. Waarmee? Met dit specifieke leven, dit unieke, door karma bepaalde lijf. En dit wordt voor het eerst in vol bewustzijn aangenomen. Ja, hiermee doe ik het! Dit is mijn instrument. Je kunt jezelf de vraag stellen, als je voelt dat je niet leeft vanuit een tekort maar vanuit een vervulling, waarmee ga je die vervulling dan delen? Als er vanuit de gevoelde verbinding een beroep op je wordt gedaan, met welk instrument ga je dan dienen? Dit kan maar met één zaak zijn waarmee je dient. Dat is jouw vleesjas! Dit is alles wat er is, deze toren, jouw leven. Dit is het. Het mag dan een versleten vleesjas zijn, met hier en daar een knoop minder, een scheur in de mouw en een beetje onwelriekende geur, maar hiermee doe ik het. Hij beschermt me goed en de anderen ook, hij geeft genoeg protectie, hiermee kan ik de wereld ingaan om te dienen. Dat is de geboorte van de bodhisattva! Waar leidt dit toe? Het leidt tot een onvoorwaardelijke bekrachtiging van jouw leven precies zoals het is. Precies zo. Het leidt tot een onvoorwaardelijk ‘Ja!’ zeggen tegen jouw leven, met al z’n patronen, al z’n tekorten en kwaliteiten. Ja, zo is het. Dit is het. Hier komt alles samen en hiermee gaan we het doen. Dit is mijn gereedschap. Dit is mijn instrument.” Maurice Knegtel, De Toren van Liefde, p. 123 – 124.

“Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik neem me voor ze allen te bevrijden.
Hoe peilloos de oorzaak van lijden ook is, ik neem me voor haar geheel te verwijderen.
Hoe talloos de dharma’s ook zijn, ik neem me voor ze allen te verstaan.
Hoe eindeloos de Boeddha Weg ook is, ik neem me voor hem ten einde te gaan.’

Vier bodhisattvageloften.